Met cookies houden we informatie bij over je bezoek. We verzamelen deze informatie om de gebruikservaring te verbeteren. We meten het effect van advertenties via Google. Je kunt je toestemming altijd weer intrekken.
Roelof Baars, die Tjoempie wordt genoemd, woont samen met zijn vader, moeder, broer Saap en zusje Grietje, op een woonschuit. Deze heeft zijn vader zelf gebouwd en eens willen ze er mee naar Amerika varen. Als Sampiman, een rover die actief op De Nieuwe Meer, de nieuwe klompen van Tjoempie pikt, gaat hij op onderzoek uit op de roofschuit. Vanuit die schuit drijft Sampiman een handeltje, met alle spullen die hij stiekem bij verschillende mensen weggenomen heeft. Tjoempie en zijn vriend Henk ontdekken tijdens hun zoektocht door een geheimzinnig briefje, dat Sampiman en zijn handlanger iets van plan zijn op De Goudvis, de woonark van een scheeparts en zijn vrouw. Omdat zij een aapje hebben, begrijpen de jongens dat de mannen het diertje willen stelen. Op een stormachtige nacht, achtervolgen ze Sampiman, die inderdaad naar De Goudvis gaat. Na een angstig avontuur op de ark, waarbij door een lek het de boot bijna zinkt, loopt alles toch goed af. Het aapje bevond zich achteraf niet op de ark, maar Tjoempie is door zijn dappere optreden toch de held. Zijn vader mag de nieuwe woonark voor de scheepsarts bouwen, zodat er genoeg geld is voor hun gewenste reis naar Amerika.
Taal
Nederlands
Uitgever
H. ten Brink, Meppel [etc.]
Verschenen
1952
Kenmerken
141 pagina's
Aantekening
geïllustreerd door Jaap Veenendaal
Je leent dit boek bij je eigen Bibliotheek. Vul de vier cijfers van je postcode in en vind je Bibliotheek.