Samuel Johannes van de Wijnpersse Betoog dat de strafoefenende gerechtigheid gode waardig is, en geenszins als eene hatelijke maar veel meer als eene beminnelijke eigenschap van het hoogste en beste wezen beschouwd mag worden, welke in het bestuur der weereld, ter bewaring van het algemeen welzijn, noodzaakelijk en zeer belangrijk is; en dat daar uit ook het Gode betamende van 'd middelaars zoenlijden, tegen hedendaagsche bestrijders klaarblijklijk kan bevestigd en verdedigd worden
Gedrukt boek