Catweazle een tovenaar uit de middeleeuwen, was door een verkeerde toverformule in de twintigste eeuw beland. Aan het eind van het boek Catweazle de tovenaar van Saburac, keert Catweazle weer terug naar de middeleeuwen. Hij heeft daar spijt van als hij opgesloten zit in een kerker, omdat hij geen goud maken, zoals de Heer van het kasteel Farthing en Baljuw van de Andredswouden, hem heeft bevolen. Catweazle weet door een list te ontsnappen en belandt opnieuw in de twintigste eeuw. Dit keer wordt hij in bescherming genomen door Cedric, de zoon van Lord en Lady Collingford van het huis Kings Farthing. Catweazle gaat in elk hoofstuk op zoek naar een teken uit de dierenriem. Met al die tekens en met een laatste dertiende teken hoopt hij dat hij eindelijk kan vliegen. Hij vindt de twaalf tekens en samen met Cedric gaat hij op zoek naar het dertiende teken. De Romeinse cijfers op de torenklok die dertien aangeven in plaats van twaalf zijn voor Cedric een aanwijzing om in de torenspits van hun huis te zoeken. Hij vindt geen teken voor Catweazle, maar wel het verloren goud van Collingfords, waardoor ze het huis, waarvan het onderhoud veel geld kost, niet hoeven te verkopen. Catweazle is echter teleurgesteld, want zonder dertiende teken kan hij vliegen wel vergeten. Zijn pad Tikker leidt hem echter naar het bos, waar Catweazle een luchtballon vindt waar hij dankbaar gebruik van maakt. Eindelijk kan hij vliegen!