D. van Horssen Antwoord op de vraag, van de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid, te Haarlem; daar men heeft opgemerkt, dat er onderscheidene soorten van aardappelen in ons vaderland, zoo vroege als late, doch wel inzonderheid de voornaamste beste Winter-late, sedert eenige jaren eene vermindering hebben ondergaan, zoo wel in qualiteit als quantiteit; zoo wordt gevraagd: wat hiervan de oorzaak is, en welke middelen zouden kunnen en behooren aangewend te worden, om dit kwaad of te voorkomen of te herstellen, enz.
Gedrukt boek