Van Asch van Wijck Redevoering, uitgesproken in de zitting van den 28. December 1833, ten betooge van de noodzakelykheid, om, vóór de invoering van het kadaster voor het geheel, de vrydommen der grondbelasting, by ontginning, indyking en alle ondernemingen tot landverbetering, door eene byzondere wet te regelen
Gedrukt boek